Enorme bevlogenheid
Afgelopen week stond onze school weer twee avonden open voor leerlingen uit groep 7 en 8 van de basisscholen. Wat mij dan vooral opvalt is de enorme bevlogenheid waarmee onze collega’s uitdragen waarom dit zo’n mooie school is. Een bevlogenheid die ik niet alleen op deze momenten zie, maar die ik eigenlijk iedere dag weer tegenkom.
Zo was ik onlangs in de aula van het havo/atheneum-gebouw waar groepjes leerlingen voor het vak Nederlands een doos maakten waarin ze allerlei zelf ontwikkelde materialen stopten. De inhoud moest een directe link hebben met de taal. Leerlingen gebruikten de Nederlandse taal om eenzame ouderen, chronisch zieke kinderen of alleenstaanden te bereiken en hun hart te raken (zie ook het artikel hierover in deze Corlaer Nieuws). Ze presenteerden dit aan elkaar en gingen op bezoek bij verzorgingstehuizen en ziekenhuizen. Een mooi voorbeeld van hoe docenten op een creatieve manier het onderwijs vormgeven, waardoor leerlingen niet alleen kennis opdoen van het vak, maar ook andere vaardigheden leren ontwikkelen en zich verbinden met de maatschappij. Dit vraagt wel extra inzet van de docenten ten opzichte van het volgen van de standaard methode.
Gisteren sprak ik een docent die eigenlijk vrij was, maar terug was gekomen voor een gesprek over een leerling waar hij zich zorgen over maakt. En net bij de pauze hoorde ik twee collega’s praten over de mogelijkheid om een leerling nog tijdens het jaar naar een andere richting over te laten stappen, omdat dat voor deze leerling echt de beste plek zou zijn en wat er voor nodig was aan begeleiding om dat voor elkaar te krijgen. Een paar voorbeelden van de afgelopen week, maar er zijn er nog zoveel meer.
Deze betrokkenheid bij onze leerlingen die ik iedere dag weer tegenkom, is prachtig, maar heeft ook een andere kant. Want deze week was er ook die ziekmelding van een collega voor wie het allemaal even teveel was geworden, sprak ik een mentor die het gevoel had dat hij zoveel meer zou kunnen betekenen voor zijn leerlingen als er meer tijd zou zijn en was ik op bezoek bij een basisschool waarvan de directeur niet meer wist hoe hij de klassen nog moest bezetten bij ziekte.
Juist hierom zijn er op het moment dat ik dit schrijf veel collega’s uit het onderwijs aan het staken. Je kunt van mening verschillen of staken daarvoor het beste middel is, maar dat deze mensen aandacht vragen voor de zorgen die er in het onderwijs zijn, begrijp ik. Op het Corlaer College hebben we een prachtige vorm van onderwijs neergezet en staan we voor de kwaliteit van ons onderwijs. We ervaren echter ook dat de werkdruk hoog is en dat het lerarentekort het soms lastig maakt om (goede) vervanging te krijgen. Willen we als maatschappij ook in de toekomst goed onderwijs voor onze kinderen blijven bieden, dan vraagt dat om structurele investeringen. We hopen dat de politiek daar gehoor aan geeft.
Lonneke Hosmar