NieuwsWinnares verhalencompetitie

Winnares verhalencompetitie

Op het Corlaer College hebben we er een heus schrijftalent bij. Julia Berghuis uit H3E heeft de verhalencompetitie van Randstad Onderwijs en studiematerialenleverancier VanDijk gewonnen met haar verhaal ‘Een reis richting de toekomst’. Alle middelbare scholieren werden door hen uitgedaagd om een verhaal te schrijven over het thema ‘Wat doe jij morgen?’. De hoofdpersoon in het verhaal van winnares Julia reist naar het jaar 2099 en doet daar een bijzondere ontdekking.

Angela Walet

Een reis richting de toekomst

Waarom wilde ik dit? Die vraag zweeft door mijn hoofd. Ik dobber in een blauw soort slijm of is het water? Nee, het is dikker dan dat. Ver boven mijn hoofd zie ik een klok. Minder dan één minuut voor twaalf. Dan een tikje. Twaalf uur. In een klap zakt alles weg. Waar ben ik? Iets in me zegt dat ik in hartje New York sta. Altijd wilde ik hier al zijn, maar in plaats van de hemelhoge wolkenkrabbers trekt iets anders mijn aandacht; een Nederlands reclamebord. Dit is dus niet New York. Ik loop naar binnen in een winkel, waar allerlei apparaatjes liggen die op een telefoon en een etui in-een lijken. Op de klok in de winkel staat de tijd: 12:03; 2 september 2099. Tachtig jaar en een paar maanden later. Het experiment is gelukt; ik ben door de tijd gereisd.

‘Ga op zoek naar dezelfde plek als waar je nu staat.’ De stem van de uitvinder gonst door mijn hoofd. De plek waar ik stond, voordat ik in deze stad kwam. Amsterdam dus. Ik stap het eerste winkeltje binnen. Ik zal het immers aan iemand moeten vragen. ‘Waar kan ik u mee helpen?’ Een robot staat voor mijn neus. Een robot! Ergens had ik het verwacht, maar dat ik nu in gesprek zou zijn met een robot, dat had ik niet verwacht. ‘Toets 1 om de vraag te herhalen. Toets 2 om uw vraag te stellen.’ Toets 1? Toets 2? Waar dan? Snel kijk ik over mijn schouder. In de winkelstraat lopen wel mensen, maar ze praten allemaal tegen zichzelf. Bellen ze? Ik kijk naar de robot. Dan zie ik in de ogen van de robot cijfers staan. Het linkeroog heeft een 1 in zijn oog, het rechteroog een 2. Oké, dat moet lukken. Ik druk op het rechteroog. Ik wil een vraag stellen. ‘Stel uw vraag of toets 2 om terug te gaan.’ Mijn vraag. ‘Amsterdam, waar ligt Amsterdam?’ Ik kijk de robot vragend aan. ‘Wilt u de internetpagina van A.M.S.T.E.R.D.A.M openen? Toets 1. Wilt u de vraag opnieuw stellen? Toets 2.’ Na drie keer opnieuw te hebben geprobeerd, zonder enig succes, besluit ik de internetpagina te openen. Wat is er gebeurd, dat de robot me niet begrijpt? Ik moet iets. Ik druk op 1, en ik hoor mijn eigen stem. ‘Amsterdam. Waar ligt Amsterdam?’ Dan klinkt er een geluid, alsof een computer een hele Wikipediapagina voorleest. ‘Amsterdam is de oude hoofdstad van Nederland. Door de klimaatverandering is deze stad helaas compleet in water opgegaan.’ Ik schrik en de robot vertelt me, dat een groot deel van Nederland in de zee is bedolven. Hoe de wereld op het punt staat om te verdwijnen. Er bijna geen bomen meer zijn. Plots, weet ik wat ik moet doen. Ik moet een boot vinden, een duikerspak. Desnoods een onderzeeër! Ik moet terug naar Amsterdam; terug naar 2019. We zullen de toekomst moeten veranderen. Met een zucht loop ik de winkel uit. We moeten iets, we moeten onze planeet redden. Dat is wat ik morgen ga doen.